In de dorpen in deze natuurparken is het tempo lager en zijn de bewoners een inspiratie om het zelf ook rustiger aan te doen. Het is een heerlijke plek als uitvalsbasis voor mooie wandelingen door de natuur of voor een fietstocht over de Via Verde. De Spaanse Vias Verdes (groene wegen) zijn oude spoorwegen die omgetoverd zijn in fiets- en wandelpaden. Het langste pad van Spanje heet: Vía Verde Ojos Negros (telt 160 kilometer) en loopt tussen eerder genoemde bergketens vanuit het binnenland richting zee. Door de beperking die de treinen hebben wat betreft stijgen en dalen, is het pad redelijk vlak en ideaal voor fietstochten voor fietsers van alle niveaus. Het is ook niet nodig om 160 kilometer af te leggen, aangezien de huidige spoorwegstations en de dorpen zorgen voor meerdere start- en eindpunten.
Direct ten zuiden van de stad Valencia op ongeveer 15 kilometer afstand liggen de rijstvelden in het Albufera natuurreservaat dat 21.000 hectare beslaat. Het reservaat is onder te verdelen in drie ecosystemen: het Albufera meer beslaat bijna 2.100 hectare, dit wordt omringd door de moerasachtige velden, waar rijst wordt verbouwd.
Als laatste zijn er de Devesa duinen en bos met typische flora en fauna. Dit gebied is een waar paradijs voor vogelaars. Er zijn veel verschillende vogelsoorten die hier het hele jaar door verblijven, maar ook trekvogels (waaronder flamingo’s) en zelfs vogels die aan deze kust, de Costa Azahar (oranjebloesemkust) overwinteren.
Reizen op zichzelf is niet echt eco-vriendelijk te noemen, aangezien we ons over het algemeen verplaatsen met het vliegtuig op per auto. Toch is het een mooi streven om een bewustzijn te creëren onder de bezoekers van ons geliefde Spaanse (Valenciaanse) land en zo te blijven zorgen voor een leefbaar en aantrekkelijk klimaat.